TILBURG - De Tilburgse hoogleraar Hans Gribnau vindt dat de ‘ijzeren vuist’ van de Belastingdienst steeds zwaarder wordt. Het uitgangspunt van de fiscus moet volgens Gribnau niet zijn ‘zo veel mogelijk geld ophalen’ maar ‘het juiste bedrag innen’. Daarbij dient de burger noch de belastingadviseur als tegenstander te worden beschouwd. Dat tekende het FD uit zijn mond op tijdens het jaarlijkse symposium van de vereniging van hoger personeel bij de fiscus, de VHMF.
Belastinginspecteurs mogen zich volgens Gribnau (foto) niet laten degraderen tot verlengstuk van de computer bij het opleggen van aanslagen en de dienst moet ophouden om bangelijk en lijdzaam ondeugdelijke wetgeving te aanvaarden. Gribnau, zelf oud-inspecteur, is van mening dat de Belastingdienst te vaak beleidsregels en strafbepalingen hanteert die bij de rechter geen stand zouden houden, vanuit het vertrouwen dat de burger toch niet in beroep gaat. ‘Grensverkenning door de fiscus is uit den boze’.
Lijdzame pakezel
Ook emeritus hoogleraar fiscale economie Leo Stevens verweet de belastingambtenaren angsthazerij. Het ontbreekt volgens hem aan medewerkers die een streep in het zand durven trekken en zeggen: tot hier en niet verder. Die durf is volgens hem nodig om de geschonden reputatie te herstellen van wat ooit een voorbeeld was van goed functionerende overheidsdienst. Stevens, ook al oud-inspecteur, zegt het ‘zat’ te zijn, over reputatieschade door slechte en onuitvoerbare wetgeving. Hij noemde de Belastingdienst een ‘lijdzame pakezel’.
Koers Wiebes blijft
Staatssecretaris Menno Snel van Financiën bracht volgens de krant ook een bliksembezoek aan het symposium. Hij miste de pleidooien voor eerherstel van de deskundige belastinginspecteur en de oproepen tot ambtelijke assertiviteit. Wel wilde hij wat kwijt over zijn strategie voor de Belastingdienst. In de brief die hij daarover vóór 1 mei naar de Tweede Kamer stuurt, komt te staan dat hij vasthoudt aan de koers die voorganger Eric Wiebes heeft uitgezet.
De dienst krijgt volgens Snel ruimte om nieuw personeel te werven. Dat moet de gaten opvullen die ontstaan doordat ambtenaren (te) gretig gebruik maken van een vertrekregeling. Prioriteit 2 is achterstallig onderhoud bij de helft van de honderden applicaties waarop de Belastingdienst draait.