Nederland - Staatssecretaris Snel van Financiën gaat op verzoek van de Tweede Kamer in een brief in op de fiscale aspecten van cryptovaluta. Bij het minen en de handel in cryptovaluta door een natuurlijk persoon zal vermoedelijk niet snel sprake zijn van een bron van inkomen, schrijft Snel.

Bij de vraag hoe de Belastingdienst omgaat met het minen en handelen in cryptovaluta is het van belang of ten aanzien van die activiteiten in fiscale zin al dan niet sprake is van een bron van inkomen, verduidelijkt Snel. Dat zal niet gauw het geval zijn volgens de staatssecretaris, al blijft het altijd aan de inspecteur om per geval aan de hand van de feiten en omstandigheden te beoordelen of al dan niet sprake is van een bron van inkomen en daarmee indeling in box 1.

Om te bepalen of er sprake is van een bron van inkomen is naast het verrichten van arbeid van belang dat er een voordeel wordt beoogd (subjectief element) en dat er redelijkerwijs voordeel is te verwachten (objectief element). Deze bronvraag laat zich niet eenduidig beantwoorden en is sterk afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden van het geval. Mede als gevolg van een toename van het aantal personen dat zich bezig houdt met mining en de regulering van het aantal te minen cryptovaluta per dag (een beperkte hoeveelheid kan gemined worden), is het de vraag of sprake is van een voordeelsverwachting, schrijft Snel. Daarbij kan ook de omvang van de investering (in computers) een rol spelen. Daarnaast kan de fase waarin men instapt met het minen van cryptovaluta (beginfase of een reeds langer bestaande cryptovaluta) een licht werpen op de voordeelsverwachting.

In de jurisprudentie is uitgemaakt dat geen sprake is van een bron van inkomen in geval van een speculatieve transactie en als het eindresultaat niet beïnvloedbaar is door de verrichte arbeid. Dat geldt ook voor de handel in cryptovaluta. Als daarentegen structureel positieve resultaten worden behaald die kunnen worden verklaard door arbeid van belanghebbende die verder gaat dan de arbeid die met speculatie samenhangt, is wel sprake van een bron van inkomen. De meeropbrengst moet dus verband houden met de verrichte arbeid (in kwalitatieve of kwantitatieve zin).

Snel gaat in zijn brief op meer aspecten in rond de cryptovaluta, zoals de vraag wat de fiscale gevolgen zijn als een ondernemer goederen verkoopt of diensten verleent waarbij de tegenprestatie in cryptovaluta wordt voldaan.