De BV deed in september 2013 aangifte btw en verzocht daarbij om een teruggave van € 1.525. Volgens de aangifte btw over oktober 2015 moest de onderneming een bedrag van € 1.924 betalen. De BV besloot het te betalen bedrag over oktober 2015 te verrekenen met het nog te ontvangen bedrag over september 2013 en meldde dit keurig schriftelijk aan de inspecteur. Behalve het bedrag aan te ontvangen btw verrekende de BV rente en kosten. Hierdoor resteerde een bedrag aan te betalen belasting van € 21. De inspecteur besloot een naheffingsaanslag over oktober 2015 op te leggen van € 1.903 met een verzuimboete van € 57.
Tijdvak
De BV wil de verzuimboete niet betalen en tekent beroep aan. Volgens Hof Arnhem biedt artikel 19 lid 2 AWR een ondernemer de mogelijkheid om bij de inspecteur een verzoek om uitstel van betaling in te dienen in afwachting van de verrekening met een belastingteruggaaf van een eerder tijdvak. Daarbij geldt als voorwaarde dat dit tijdvak is geëindigd vóór, tegelijk of minder dan 34 dagen voor het tijdvak waarin de betaling moet worden gedaan. De BV vroeg niet om uitstel van betaling, maar deelde de inspecteur botweg mee dat zij bedragen deels tegen elkaar heeft weggestreept. De verzuimboete is passend en geboden, vindt Hof Arnhem-Leeuwarden.