NEDERLAND - In de algemene voorwaarden van een opdracht voor accountantswerkzaamheden een opzegtermijn van meer dan drie maanden hanteren is onredelijk voor de klant. Dat heeft het gerechtshof in Den Bosch geoordeeld in een rechtszaak die draaide om een klant die te maken kreeg met een opzegtermijn van een jaar.
Een holdingmaatschappij met diverse dochterbedrijven schakelt in 2006 een accountantskantoor in voor het uitvoeren van fiscale en accountantswerkzaamheden voor drie dochters die in reizen bemiddelen. In 2014 gaan de werkzaamheden over naar een zusterbedrijf van het accountantskantoor, dat een nieuwe opdrachtbevestiging stuurt. Voor € 1.200 per maand (excl. BTW) worden onder meer de loonadministratie, de jaarrekeningen en de belastingaangiftes verzorgd. In de algemene voorwaarden is een opzegtermijn van een jaar opgenomen.
Maandbedrag verhoogd
In juni 2014 stelt het accountantskantoor voor het maandbedrag te verhogen naar € 1.450, maar dat stuit op weerstand bij de klant. Die laat een maand later weten per september van de overeenkomst af te willen, maar wordt vervolgens op de opzegtermijn gewezen: eerstvolgende einddatum van de overeenkomst is 31 juli 2015. In januari 2015 stopt de klant met betalen van het maandbedrag. De accountant probeert vervolgens via de rechter alsnog de maandbedragen tot en met juli 2015 betaald te krijgen.
Maar de kantonrechter wijst die eis af: de rechtsverhouding tussen partijen wordt bepaald door de opdracht van 1 januari 2014. Zij hebben zich verbonden voor de periode van een jaar en de overeenkomst eindigde dus op 31 december 2014.
Beperkte omvang
Het hof overweegt in hoger beroep allereerst dat over de inhoud van de algemene voorwaarden niet is onderhandeld. “De opdracht van 1 januari 2014 betrof werkzaamheden die in 2014 uitgevoerd zouden moeten worden en bevat zelf geen bepalingen waaruit afgeleid kan worden dat deze opdracht voortbouwde op eerdere opdrachten of zich mede zou uitstrekken over werkzaamheden die na 2014 uitgevoerd zouden moeten gaan worden. <…/> Meer dan een gebruikelijke opdracht van beperkte omvang is het kennelijk niet geweest.”
Hooguit driem
Bij een dergelijke opdracht dient een opzegtermijn van een jaar zonder meer als onredelijk bezwarend voor de wederpartij geacht te worden, stelt het hof. “De werkzaamheden waar de opdracht betrekking op heeft vergen vertrouwen van de opdrachtgever in de uitvoering daarvan door de opdrachtnemer. Wanneer een opdrachtnemer om welke reden dan ook de samenwerking beëindigt, is voortzetting van die samenwerking gedurende een zodanig lange periode ongewenst. Meer dan twee of drie maanden kan dat in het algemeen van een opdrachtgever niet worden gevergd.” Op grond van de redelijkheid en billijkheid die partijen tegenover elkaar in acht moeten nemen, mag een beëindiging ook bij het ontbreken van een bepaalde opzegtermijn in beginsel niet onverhoeds gebeuren. “In dit geval zijn tussen het moment van opzeggen en de feitelijke beëindiging van de overeenkomst vijf maanden verstreken, gedurende welke de klant de maandelijkse fee heeft betaald. Daarmee is in voldoende mate rekening gehouden met de belangen van het accountantskantoor.”